accentteken
Accentteken is een diacritisch teken dat aan een letter wordt toegevoegd om uitspraak, klemtoon, toon of betekenis te wijzigen. Ze komen voor in vele talen en helpen bij de lees- en spreekwijze van woorden. In sommige orthografieën zijn accenttekens verplicht, in andere gevallen zijn ze optioneel of behouden leenwoorden ze voor de juiste klankwaarde.
De belangrijkste typen zijn onder meer:
- Acute accent (zoals é, á): geeft vaak een gesloten of open klank aan en markeert in sommige
- Grave accent (è, à): wijzigt de uitspraak en onderscheidt soms woorden met dezelfde letters; bijvoorbeeld in
- Circonflexe (â, ê): geeft in sommige talen een historische klankverandering of lengte aan; gebruikt in Frans
- Tilde (ã, õ, ñ): duidt nasaliteit aan in Portugees en Spaans; bijvoorbeeld manhã, señor.
- Diaeresis/umlaut (ä, ö, ü, ë): wijst op aparte klinkers of gewijzigde klanken; in Duits duidt het
- Cedilla (ç): maakt vaak een zachte c; bekend in Frans.
- Ring boven (å): voorkomt in Scandinavische talen zoals Deens, Noors en Zweeds.
- Caron/hacek (č, š, ž): wijzigt articulatie van de consonant.
- Macron (ā) en breve (ă): markeren respectievelijk lange of korte klinkers in sommige talen.
- Dot boven/onder en andere diakritische tekens beïnvloeden klank of orthografie.
In digitale tekst worden deze tekens opgeslagen als Unicode-codepunten en vereisen vaak juiste lettersets en fonts.