absorberen

Absorberen is een Nederlands werkwoord met de betekenis dat een stof, systeem of organisme iets opneemt of in zich opneemt. Het kan gaan om vloeistoffen of gassen die in een materiaal doordringen, of om energie of informatie die door een stof wordt vastgehouden. In het dagelijks taalgebruik ziet men bijvoorbeeld dat een spons water absorbeert of dat een medium licht absorbeert. In wetenschappelijke context spreekt men ook over individuele processen zoals absorptie van straling, geluid of voedingsstoffen.

Etymologisch komt het woord uit het Latijnse absorbere, met de betekenis naar zich toe nemen, via het Franse absorber. In het Nederlands is absorberen als werkwoord lange tijd gangbaar gebleven en blijft het in allerlei vakgebieden in gebruik, vaak met specifieke technische betekenissen afhankelijk van de context.

In de wetenschap duidt absorptie op het fenomeen waarbij een stof energie of materiaal opneemt in zijn volume in plaats van alleen op de oppervlakte vast te houden. Voor licht wordt de absorptie vaak gekwantificeerd met een absorptiecoëfficiënt en kan onder meer de Wet van Beer-Lambert relevant zijn bij spectrofotometrie. Bij vochtige materialen verwijst absorptie naar het opnemen van water of andere vloeistoffen in de poriën of gangen van het materiaal.

Absorptie staat niet gelijk aan adsorptie: bij absorptie dringt de stof door in het binnengedeelte van het materiaal, terwijl bij adsorptie de stof vooral aan het oppervlak blijft kleven. In verschillende vakgebieden worden beide processen met diverse definities toegepast.

Toepassingen en voorbeelden variëren van een spons die water opneemt tot planten die voedingsstoffen en licht absorberen, en van bouwmaterialen die vocht opnemen tot tellingssystemen die chemische of biologische absorptie meten.