Home

Zinsconstructies

Zinsconstructies zijn de patronen en regels die bepalen hoe zinnen in een taal worden opgebouwd. In de taalkunde gaat het om syntaxis: de woordvolgorde, de samenstelling van zinsdelen en de verbinding van hoofd- en bijzinnen. Zinsconstructies bepalen welke zinnen mogelijk zijn en hoe betekenissen worden uitgedrukt.

De belangrijkste categorieën zijn eenvoudige zinnen, samengestelde zinnen en bijzinnen. Een eenvoudige zin bevat meestal een

Een ander centraal aspect is de zinsbouw in verschillende soorten constructies. Hoofdzin-woordvolgorde in het Nederlands heeft

Zinsconstructies spelen een centrale rol in taalgebruik en taalonderwijs, omdat ze de mogelijke zinsvormen en de

onderwerp
en
een
predicaat,
bijvoorbeeld
“Jan
leest
een
boek.”
Samengestelde
zinnen
bestaan
uit
twee
of
meer
hoofdzinnen
die
op
nevenschikkende
of
onderschikkende
wijze
zijn
verbonden,
zoals
“Jan
leest
een
boek
en
Marie
schrijft
een
brief”
of
“Ik
weet
dat
hij
het
boek
leest.”
Bijzinnen
leveren
aanvullende
informatie
en
kunnen
betrekkelijk
of
met
voegwoorden
zijn
verbonden,
bijvoorbeeld
“Het
boek
dat
hij
leest.”
meestal
de
finite
werkwoord
in
de
tweede
positie;
in
bijzinverband
staat
het
finite
werkwoord
aan
het
eind.
Vraagconstructies
tonen
inversie
bij
ja-nee
vragen
en
fronting
van
vraagwoorden
bij
open
vragen.
Negatie
wordt
vaak
gevormd
met
niet
of
geen,
maar
ook
met
vrijheid
van
woordvolgorde
in
sommige
uitdrukkingen.
Daarnaast
bestaan
passieve
zinnen,
bijvoorbeeld
“Het
boek
wordt
gelezen
door
de
kinderen,”
en
perifratische
constructies
zoals
“aan
het
lezen
zijn”
of
infinitiefconstructies
met
“om
te
lezen.”
interpretatie
van
betekenissen
bepalen.
Zie
ook
onderwerpen
als
woordvolgorde,
hoofd-
en
bijzinnen,
en
zinsbegrippen
zoals
relatieve
en
interrogatieve
constructies.