WiFinetwerken

WiFinetwerken zijn netwerken die communicatie tussen computers en andere apparaten mogelijk maken zonder vaste kabels. In de meeste gevallen gaat het om een Wireless Local Area Network (WLAN) dat draait op Wi‑Fi-technologie. Dergelijke netwerken komen veel voor in woningen, kantoren en scholen en bieden toegang tot internet en onderlinge communicatie tussen apparaten. Apparaten zoals laptops, smartphones en IoT-apparaten gebruiken draadloze adapters om deel te nemen aan het netwerk.

Een typisch WiFinetwerk bestaat uit toegangspunten (AP's) en eindgebruikersapparaten. Een router fungeert vaak als AP en levert ook IP-connectiviteit en beveiliging. Netwerken kunnen in infrastructuurmodus opereren of in meshopstelling, waarbij meerdere AP's samenwerken om een groter gebied te dekken. Een netwerknaam, de SSID, identificeert het draadloze netwerk, en encryptie (WPA2 of WPA3) beschermt de dataoverdracht.

De belangrijkste IEEE 802.11‑standaarden voor Wi‑Fi zijn onder meer 802.11n, 802.11ac (Wi‑Fi 5), 802.11ax (Wi‑Fi 6) en 802.11be (Wi‑Fi 7). Wi‑Fi 6 introduceert efficiëntere benutting van het kanaal door OFDMA en MU‑MIMO, terwijl 6E extra ruimte biedt met de 6 GHz-band. Netwerken kunnen meerdere banden gebruiken, doorgaans 2,4 GHz en 5 GHz, en bij 6E ook 6 GHz.

Beveiliging en beheer zijn belangrijke onderdelen van WiFinetwerken. Gebruik altijd WPA2‑Personal of WPA3, stel een sterk wachtwoord in en update regelmatig de firmware van de router. Gastnetwerken, netwerksegmentatie en VPN's verbeteren privacy en veiligheid bij openbare toegang. Netwerken kunnen ook Quality of Service (QoS) en ouderlijk toezicht bieden om het verkeer te beheren. Interferentie, afstand en obstakels kunnen de prestaties beïnvloeden.