Verstoppen

Verstoppen is een Nederlands werkwoord met als kernbetekenis iemand of iets op een plek te brengen waar het uit het zicht blijft, oftewel te verbergen of te bewaren. Het kan gaan om het fysiek wegzetten van een voorwerp, bijvoorbeeld iemand die sleutels in een lade verstopt, maar ook om het verbannen van iets uit het zicht van anderen. Zich verstoppen is een veelvoorkomende intransitieve vorm: iemand verstopte zich achter een deur, bijvoorbeeld tijdens een spel als verstoppertje. In figuurlijke zin kan verstoppen slaan op het verbergen van informatie of het uitstellen van bekendmaking.

Verstoppen is gevormd uit het voorvoegsel ver- en het werkwoord stoppen; de voltooid deelwoord is verstopt. De verleden tijd kan verstopte vormen, afhankelijk van de tijdsvorm. In de tegenwoordige tijd gaat men uit van de standaard werkwoordsuitgangen: ik verstop, jij verstopt, hij/zij verstopt, wij verstoppen, jullie verstoppen, zij verstoppen. In reflexieve zin verschijnt vaak het voornaamwoord zich: ik verstop me, jij verstop je, hij verstopt zich.

Verwant en veelgebruikte synoniemen zijn verbergen en camoufleren, waarbij verbergen vaak neutraler of formeler klinkt. Het tegenovergestelde is tonen of onthullen. Een bekend contextueel geval is verstoppertje, een kindspel waarin deelnemers zich zo lang mogelijk proberen te verstoppen voor elkaar.

Zie ook: verstoppertje.