sleutels

Sleutels is het meervoud van sleutel en verwijst naar verschillende concepten in het Nederlands. De meest voorkomende betekenis is een voorwerp dat nodig is om een slot te openen of te vergrendelen. Daarnaast wordt de term in de informatietechnologie gebruikt voor cryptografische sleutels, en in de muziek wordt het woord sleutel toegepast als vertaling van clef, die de toonhoogte van de noten bepaalt.

Een mechanische sleutel bestaat meestal uit metaal en heeft een blad met snijlijnen en een kop voor grijpen. De snijlijnen stemmen af op de posities van pinnen in een slot; wanneer de juiste sleutel in het slot zit, kan de as draaien en opent het slot. Blanks dienen als basis en worden op maat bijgesneden. Doordat sleutels kunnen worden gedupliceerd, zijn beveiligingsmaatregelen zoals gecontroleerde duplicatie en masterkey-systemen belangrijk in gebouwen en organisaties.

In de informatica en cryptografie verwijst sleutel naar een stuk data dat werd gebruikt voor versleuteling en ontcijfering, of voor het ondertekenen van berichten. Sleutels kunnen symmetrisch zijn (hetzelfde sleutel voor encryptie en decryptie) of asymmetrisch (een publieke sleutel en een private sleutel). Beheer van sleutels omvat generatie, distributie, opslag en rotatie. Moderne systemen gebruiken hardwarebeveiligingsmodules of smart cards, en elektronische sleutels komen ook voor in voertuigen (transponder- of sleutelafstandsbedieningen).

In de muziek is een sleutel de clef die de toonhoogte op de notenbalk aangeeft. Veelgebruikte sleutels zijn de G-sleutel (treble clef) en de F-sleutel (bass clef), terwijl de C-sleutel op verschillende stemmen kan voorkomen. De gekozen sleutel bepaalt welke noten op de staf staan en beïnvloed het lezen van partituren.