Home

Vaatwandpermeabiliteit

Vaatwandpermeabiliteit is de eigenschap van de wanden van bloedvaten om vloeistoffen, opgeloste stoffen en cellen door te laten naar het weefsel. Het bepaalt uitwisseling tussen bloed en weefsel en is cruciaal voor voeding, immuunfuncties en homeostase, maar bij overmatige permeabiliteit kunnen zwellingen (oedeem) ontstaan.

De vaatwand bestaat uit endotheelcellen die samen een selectieve barrière vormen. Verbindende juncties zoals tight junctions

Regulatie gebeurt onder invloed van verschillende mediator voedingsstoffen en vloeistofdrukken. Ontstekings- en angiogenesefactoren zoals histamine, bradykinine

Pathologie en klinische relevantie: verhoogde vaatwandpermeabiliteit komt voor bij ontstekingen, sepsis, trauma en tumorangiogenese en draagt

Metingen en theorieën: permeabiliteit wordt vaak geschat met tracerstoffen zoals Evans blue-albumine of door beeldvorming en

en
adherens
junctions
(VE-cadherine)
reguleren
passage
tussen
cellen,
terwijl
fenestraties
in
fenestreerde
capillairen
en
de
structuur
van
discontinu
band(endotheel)
de
permeabiliteit
beïnvloeden.
De
glycocalyx
op
het
luminale
oppervlak
fungeert
als
extra
barrière
en
regulator
van
transitie.
Transcytose
(vesiculair
transport)
levert
ook
een
transcellulair
route.
en
VEGF
verhogen
de
permeabiliteit
door
verstoring
van
tight
junctions
en
endotheelintegriteit.
Anti-inflammatoire
signalen,
intacte
glycocalyx
en
optimale
shear
stress
kunnen
de
barrière
juist
versterken.
bij
aan
oedeem
en
weefselbeschadiging.
De
bloed-hersenbarrière
is
een
bijzonder
restrictieve
variant;
disfunctie
kan
neurologische
aandoeningen
bevorderen.
transendotelaire
weerstandmetingen.
Klassieke
Starling-energieën
beschrijven
vloeistofuitwisseling
door
hydrostatische
en
colloïd-osmotische
krachten,
maar
moderne
modellen
benadrukken
ook
de
rol
van
de
glycocalyx
en
de
transendotelaire
weerstand.