Traceren

Traceren is een Nederlands werkwoord met betekenissen die berusten op volgen, opsporen en vastleggen waar iets vandaan komt of waar het is geweest. Het kan slaan op het visueel uitzetten van een route op een kaart of tekening, het achterhalen van verplaatsingen van een object of persoon, of het reconstrueren van een proces door signalen en gebeurtenissen samen te brengen.

Etymologie en domein. Het werkwoord is afgeleid van het Franse tracer ('tekenen, een lijn trekken') en wordt in uiteenlopende contexten gebruikt, zoals cartografie, kunst, informatica en logistiek. In logistiek is track-and-trace een veelgebruikte term: producten worden van fabrikant tot consument gevolgd en geregistreerd met behulp van codes, scanners en sensoren.

Technische uitvoering. Traceren kan onder meer betekenen: het verzamelen en analyseren van traces of logs in software voor foutopsporing; het volgen van fysieke voorwerpen via barcodes, RFID, GPS en andere sensortechnologie; en het reconstrueren van gebeurtenissen op basis van beschikbare data. Bij mensen- of data-tracing spelen privacy- en beveiligingsaspecten een belangrijke rol.

Toepassingsgebieden. In de toeleveringsketen verhoogt traceren de transparantie en maakt het recalls mogelijk. In de digitale sfeer ondersteunt tracing debugging en performance-analyse. In de kunst en vormgeving kan traceren verwijzen naar het overnemen van contouren met behulp van tracingpapier of -technieken. Het begrip blijft in alle gevallen gericht op het achterhalen, volgen en vastleggen van een pad of oorsprong.