Home

Tegenstellen

Tegenstellen is een Nederlands werkwoord met de kernbetekenis twee elementen tegenover elkaar zetten, in tegenstelling brengen of elkaar tegenspreken. Het ligt in de notie van plaatsen tegenover iemand of iets anders, vaak om vergelijking, contrastering of verzet aan te tonen. Een voorbeeld: “De analist stelde de bevindingen tegenover de verwachtingen.” Ook in minder formele taal kan men zeggen dat twee standpunten tegen elkaar worden geplaatst. Daarnaast kan het werkwoord betekenen dat iemand zich verzet tegen een voorstel of maatregel, bijvoorbeeld in uitdrukkingen zoals “tegen de maatregelen in opstand komen”.

Etymologisch gezien bestaat tegenstellen uit tegen- (tegen, tegenover) en stellen (plaatsen). Daardoor geeft het letterlijk de

In taal- en literatuurwetenschap verwijst het gebruik van tegenstellingen naar de relationele oppositie tussen thema’s, ideeën

Relaties en verwante termen: de meest gangbare zelfstandige vormen zijn tegenstelling en tegenstellingen (meervoud). Het werkwoord

handeling
weer
van
plaatsen
tegenover
elkaar.
of
motieven
en
wordt
het
ingezet
om
contrast,
spanning
of
helderheid
te
creëren
binnen
een
tekst.
In
de
logica
en
filosofie
spreekt
men
ook
over
tegenstellingen
wanneer
twee
uitspraken
elkaar
uitsluiten
of
elkaar
wederzijds
uitsluiten;
dit
begrip
wordt
vaak
behandeld
onder
de
noemer
tegenstelling
of
tegenstellende
relaties.
tegenstellen
is
dan
ook
vooral
gangbaar
als
werkwoordsvorm;
voor
zelfstandige
naamwoorden
wordt
doorgaans
de
vorm
overeenkomstig
de
standaard
termstelling
gebruikt.
Verwante
termen
zijn
antoniem
(een
woord
met
de
tegenovergestelde
betekenis),
contrast
en
contradictie.