Spiergroepen

Spiergroepen zijn verzamelingen van spieren die gezamenlijk handelen in een bepaald gebied of gericht zijn op soortgelijke bewegingen. In de menselijke anatomie worden skeletspieren vaak geordend naar ligging (hoofd en nek, romp, ledematen) en naar functie (beweging, stabilisatie, ademhaling). In totaal telt het menselijk lichaam ongeveer 650 skeletspieren, die zich in talrijke groepen kunnen verdelen afhankelijk van classificatie.

Voorbeelden van belangrijke spiergroepen zijn: hoofd en nekspieren zoals kauwspieren (bijvoorbeeld masseter en temporalis) en de nekflexoren en -extensoren; rompspieren zoals borstspieren (pectoralis major), rugspieren (latissimus dorsi, trapezius, erector spinae) en buikspieren (rectus abdominis, obliques); en ledematenspieren zoals schouderspieren (deltoideus en rotator cuff), armspieren (biceps brachii, triceps brachii) en beenspieren (quadriceps, hamstrings), evenals bilspieren (gluteus maximus en medius) en kuitspieren (gastrocnemius, soleus).

Functie en werking: spiergroepen leveren beweging, stabiliseren gewrichten en ondersteunen houding en ademhaling. Spieren trekken samen onder zenuwstimulatie en werken vaak samen met antagonisten; de exacte taak hangt af van de beweging en de positie van het lichaam.

Training en toepassing: in sport en fitness worden spiergroepen vaak apart getraind (borst, rug, schouders, armen, benen, buik). Sommige oefeningen trainen meerdere groepen tegelijk, zoals bankdrukken (borst, schouders, triceps) en deadlifts (onderrug, billen, dijen). Een evenwichtig programma vereist voldoende rust, voeding en slaap voor herstel.