Home

Spieren

Spieren vormen een belangrijk weefsel bij dieren en leveren de kracht voor beweging, houding en interne processen. In het menselijk lichaam onderscheiden we drie hoofdtypes: skeletspieren, gladde spieren en hartspier. Skeletspieren verbinden botten via pezen en bewegen het skelet onder controle van het centrale zenuwstelsel; ze zijn meestal vrijwillig. Gladde spieren bevinden zich in de wanden van organen en bloedvaten en voeren onwillekeurige samentrekkingen uit. De hartspier vormt de wand van het hart en pompt bloed door het lichaam.

Spiervezels zijn lange cellen met meerdere kernen en bestaan uit myofibrillen en sarcomeren, de contractie-eenheden. In

Energiestofwisseling: spierweefsel gebruikt ATP, snel bij begin en daarna via creatinefosfaat, anaerobe glycolyse en aerobe ademhaling.

Gezondheid en onderhoud: een evenwichtige belasting, voldoende eiwitten, calcium en vitamine D ondersteunen spierfunctie. Herstel en

de
sarcomeren
schuiven
actine-
en
myosinefilamenten
langs
elkaar,
mogelijk
gemaakt
door
ATP.
Een
motorneuraal
signaal
veroorzaakt
afgifte
van
acetylcholine
aan
de
neuromusculaire
junctie,
waardoor
de
spiervezel
depolariseert
en
samentrekt.
Skeletspieren
worden
aangestuurd
door
het
somatische
zenuwstelsel;
gladde
en
hartspier
door
het
autonome
zenuwstelsel
en
door
hormonen.
Spieren
slaan
glycogeen
en
creatinefosfaat
op
als
reserves.
Training
leidt
tot
aanpassingen
zoals
grotere
kracht
en
betere
uithoudingsvermogen,
mede
door
betere
neurale
coördinatie
en
spieropbouw.
flexibiliteitstraining
helpen
blessures
voorkomen.
Veelvoorkomende
problemen
zijn
krampen,
spierverrekking
en
myopathieën;
aandoeningen
van
het
zenuwstelsel
of
het
hart
kunnen
ook
de
spierfunctie
beïnvloeden.