Home

schouderspieren

Schouderspieren vormen een groep spieren rondom het schoudergewricht en de schoudergordel. Ze leveren kracht en stabiliteit bij bewegingen van de arm en zijn essentieel voor tillen, duwen en draaien van de schouder. De belangrijkste spiergroepen zijn de deltoideus, de rotator cuff-spieren en de spieren die de scapula stabiliseren.

De deltoideus is de drieledige spier die de kop van de bovenarm bedekt en bestaat uit de

Rondom de scapula werken serratus anterior, trapezius, rhomboïden en levator scapulae als scapulaire stabilisatoren. Serratus anterior

Het schoudergewricht heeft een grote bewegingsvrijheid, maar is daardoor afhankelijk van samenwerking tussen rotator cuff en

anterior
(voorste),
middelste
en
posterior
(achterste)
delen.
De
middelste
deltoideus
speelt
een
sleutelrol
bij
abductie
van
de
arm,
terwijl
de
anterior
bij
flexie
en
interne
rotatie
en
de
posterior
bij
extensie
en
externe
rotatie
bijdragen.
De
rotator
cuff-spieren
bestaan
uit
supraspinatus,
infraspinatus,
teres
minor
en
subscapularis.
Deze
spieren
stabiliseren
het
glenohumerale
gewricht
tijdens
beweging
en
sturen
rotaties:
supraspinatus
initieert
abductie,
infraspinatus
en
teres
minor
verzorgen
externe
rotatie,
en
subscapularis
interne
rotatie
en
stabilisatie.
protractie
van
de
scapula
en
houdt
deze
tegen
de
borstkas;
trapezius
regelt
elevatie,
retractie
en
daling
van
het
scapula,
terwijl
rhomboïden
en
levator
scapulae
bijdragen
aan
retractie
en
elevatie.
Daarnaast
kruisen
oppervlakkige
spieren
zoals
pectoralis
major
en
latissimus
dorsi
het
schoudergewricht
en
leveren
aanvullende
bewegingen:
pectoralis
major
helpt
bij
flexie,
adductie
en
interne
rotatie,
terwijl
latissimus
dorsi
bij
extensie,
adductie
en
interne
rotatie
participeert.
scapulair-stabilisatoren.
Een
evenwichtige
ontwikkeling
van
deze
spieren
ondersteunt
zowel
beweging
als
stabiliteit
en
kan
blessures
zoals
overbelasting
of
impingement
helpen
voorkomen.