Home

Spieractiviteit

Spieractiviteit verwijst naar de werking van skeletspieren, waaronder spanning en contractie die ontstaan door elektrische en chemische processen in de spiercellen. Het wordt aangestuurd door motorneuronen en is essentieel voor beweging, houding en warmteproductie. Door contractie veranderen lengte en stevigheid van spieren, wat krachten oplevert die beweging mogelijk maken.

De activiteit begint met actiepotentialen in motorneuronen die via de neuromusculaire junctie acetylcholine vrijgeven. Een motorunit

Spieractiviteit kan worden gemeten met elektromyografie (EMG), waarbij elektrische signalen in spieren worden geregistreerd met oppervlakkige

Central command, reflexen en neuromusculaire verbindingen reguleren spieractiviteit. Factoren zoals vermoeidheid, voeding, hydratatie, temperatuur en trainingsstatus

Afwijkingen in spieractiviteit komen voor bij neuromusculaire aandoeningen zoals myopathieën en ALS, of bij spasticiteit en

bevat
een
motorneuron
en
de
geïnnerveerde
spiervezels.
Door
recrutering
en
rate
coding
kunnen
spiervezels
samenwerken
om
een
geleidelijke
of
krachtige
samentrekking
te
produceren.
Bij
korte
prikkels
ontstaat
een
twitch;
hogere
prikkels
leiden
tot
summatie
of
tetanus.
Spiervezels
zijn
onderverdeeld
in
type
I
en
type
II,
met
verschillende
snelheden
en
energielandtypen.
of
intramusculaire
elektroden.
EMG
levert
informatie
over
de
timing
en
intensiteit
van
activatie
en
wordt
gebruikt
in
onderzoek,
revalidatie
en
sport.
Aanvullende
beeldvorming
zoals
ultrasound
of
MRI
kan
de
structurele
context
geven.
beïnvloeden
de
respons.
Langdurige
training
kan
adaptaties
veroorzaken,
zoals
verhoogde
mitochondriale
capaciteit,
verbeterde
calciumhandeling
en
veranderde
samenstelling
van
spiervezeltypes.
crampen.
Het
bestuderen
van
spieractiviteit
ondersteunt
diagnose,
evaluatie
van
therapieën
en
optimalisatie
van
prestaties
in
sport
en
revalidatie.