Home

Scheefstaande

Scheefstaande is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord en participium, afgeleid van het werkwoord scheefstaan. Het duidt aan dat iets niet recht of loodrecht staat, maar schuin, kantelend of uit het lood liggend is. De term kan zowel fysiek objecten beschrijven als abstractere situaties waarin een afwijking van een rechte stand optreedt.

Etymologie en gebruiksomgeving: Scheef komt van het adjectief scheef, wat krom of niet recht betekent; staan

Toepassingsgebieden: De term wordt breed toegepast in bouwkunde en techniek om een constructie aan te duiden

Zie ook: scheef, scheefstand, scheefgetrokken. Voorbeelden: een scheefstaande paal in een weiland, scheefstaande muren na een

plaatst
het
begrip
in
de
toestand
van
rechtop
zijn.
Het
achtervoegsel
-staande
vormt
een
participium
dat
wordt
gebruikt
als
attributief
en
predicatief
bijvoeglijk
naamwoord,
conform
de
regels
van
Nederlandse
grammatica.
Daardoor
wordt
bijvoorbeeld
gezegd:
een
scheefstaande
paal,
een
scheefstaande
muur,
scheefstaande
tanden.
die
afwijkt
van
een
verticaal
of
horizontaal
referentiepunt.
Ook
in
de
geneeskunde
of
mondzorg
komen
samengestelde
uitdrukkingen
voor,
zoals
scheefstaande
tanden
of
scheefstaande
kiezen,
om
tandinrichting
of
kaakstand
aan
te
geven.
In
landmeting,
archivering
en
fotografie
kan
scheefstaande
refereren
aan
lijnen,
horizon
of
beelden
die
niet
recht
zijn
uitgelijnd.
In
alle
gevallen
blijft
het
kernidee
hetzelfde:
iets
staat
niet
recht,
maar
schuin
of
kantelend.
aardbeving,
scheefstaande
tanden
bij
orthodontische
aandoeningen.