Home

Postdeposionele

Postdeposionele is een term die in geowetenschappen en archeologie wordt gebruikt om te verwijzen naar processen die optreden nadat sedimenten of artefacten zijn afgezet. Deze processen kunnen de oorspronkelijke kenmerken van de afzetting veranderen, beïnvloeden of zelfs verbergen. Het begrip omvat fysische, chemische en biologische factoren die de samenstelling, structuur en context van een depositie kunnen beïnvloeden.

In de geologie en sedimentologie verwijst postdeposionele verandering vooral naar diagenese. Voorbeelden zijn verdrukking door poreuze

In de archeologie beschrijft postdeposionele beïnvloeding hoe artefacten en contexten worden beïnvloed nadat ze zijn afgezet.

Het herkennen en begrijpen van postdeposionele veranderingen is essentieel voor correcte interpretatie. Methoden omvatten veld- en

druk
(compactie),
cementatie
en
de
vorming
of
uitwisseling
van
mineralen
(authigenese).
Chemische
veranderingen
zoals
oplos-
en
neerslagprocessen,
redox-omstandigheden
en
welke
ionen
door
poreuze
vloeistoffen
bewegen,
kunnen
de
mineralogische
samenstelling
en
porositeit
wijzigen.
Bioturbatie
door
organismen
kan
bovendien
de
sedimentaire
fabric
veranderen
door
graven
en
mengen
van
materiaal,
waardoor
oorspronkelijke
lagen
minder
goed
leesbaar
raken.
Bioturbatie,
wortelgroei,
bevriezen
en
ontdooiing,
vloeistofdiffusie
en
menselijke
of
dierlijke
verstoringen
kunnen
de
stratigrafie
en
de
interpretatie
van
afzettingsomstandigheden
compliceren.
Dit
heeft
invloed
op
waarnemingen,
dateringen
en
reconstructies
van
activiteiten.
laboratoriumstudies
zoals
micromorfologie
van
bodem,
petrographie,
geochemische
analyse
en
dateringscorrecties,
waarmee
men
onderscheid
kan
maken
tussen
primaire
deposities
en
postdepositional
overprints.