Populatieparameters

Populatieparameters zijn numerieke kenmerken die de hele populatie beschrijven en doorgaans onbekend zijn. Ze zijn vaste maar onbekende constanten van de populatie. Voorbeelden zijn het populatiegemiddelde μ, de populatievariantie σ^2 en de populatieproportie p. Andere parameters zijn de populatiestandaarddeviatie σ, de populatiemediaan, de populatiecorrelatie ρ of de coëfficiënten in een populatie-regressiemodel.

We onderscheiden parameters van steekproefstatistieken: het steekproefgemiddelde x̄ of de steekproefproportie p̂ zijn schatters van de populatieparameters; ze variëren tussen steekproeven en geven geen vaste waarde.

We gebruiken probabilistische modellen om populatieparameters te interpreteren. Als de populatieparameters bekend zouden zijn, zouden we een perfecte beschrijving kunnen geven van de verdeling van waarnemingen. In de praktijk worden ze geschat met steekproefgegevens. Puntenschattingen geven een enkele waarde; intervalschattingen geven een bereik waar de parameter met een bepaald vertrouwen ligt.

Het begrip is essentieel in inferentiële statistiek: beslissingen, hypothesetesten en schattingen over de populatie worden getrokken op basis van steekproeven, met de populatieparameters als de doelstellende, maar onbekende, waarheid waarvoor we infereren.