Home

Plagioklaatmineralen

Plagioklaatmineralen vormen een groep feldspathen die een continue solidoplossingsreeks vormen tussen albiet (NaAlSi3O8) en anorthiet (CaAl2Si2O8). In deze serie wisselen natrium en calcium in het kristalrooster elkaar af, waardoor een reeks tussenliggende leden ontstaat. Tot de belangrijkste tussenliggende varianten behoren oligoklaat (oligoclase), andeen (andesine), labradoriet en bytowniet, elk met een andere Na-Ca-verhouding.

Deze mineralen komen veel voor in de aardkorst en zijn hoofdcomponenten van felsische igneuze rotsen zoals

Structuur en eigenschappen: plagioklaat is een tectosilicaat met twee kruiskleuringen en een kristalrooster dat doorgaans tot

graniet
en
granodioriet,
maar
ook
in
dioriet
en
sommige
metamorfische
gesteenten.
In
basalten
en
andesieten
tinden
plagioklaatmineralen
eveneens
veelvuldig
voor,
vaak
in
varianten
die
labradoriet
of
andesiet-achtige
typen
worden
genoemd.
De
Na-Ca-verhouding
bepaalt
in
grote
lijnen
de
rotsclassificatie
en
textuur.
het
trigonaal-sschil
systeem
behoort
(praktisch
vaak
genoemd
als
triclinisch).
Ze
vertonen
veelal
Carlsbad-twinning
en
kunnen
exsolutielamellen
vertonen
in
sommige
varianten,
wat
iriserende
effecten
oplevert
bij
labradoriet.
In
bolle
termen
zijn
plagioklaatmineralen
meestal
kleurloos
tot
lichtgrijs
en
vertonen
ze
een
relatief
heldere,
glasachtige
tot
gereduceerde
glans.
De
praktische
kenmerken,
zoals
tweevoudige
scheiding
en
duidelijke
90
graden
beklinking,
helpen
bij
hun
herkenning
in
gesteenten.