Home

Overdrijven

Overdrijven is een werkwoord in het Nederlands dat means: de werkelijkheid groter of belangrijker voorstellen dan die is; iemand of iets op een excessieve manier beschrijven of benadrukken. Het kan voorkomen in informele praat, journalistiek, reclame en literaire of retorische teksten. Een uitgesproken overdracht van kenmerken, gevoelens of gebeurtenissen kan zowel humoristisch als kritisch overkomen.

Etymologie en betekenisnuances

Het woord is opgebouwd uit het voor-voegsel over- en drijven (in de zin van voortbewegen of vergroten).

Vormen en grammatica

Overdrijven is een regelmatig werkwoord. Tegenwoordige tijd: ik overdrijf, jij overdrijft, hij overdrijft, wij overdrijven, jullie

Gebruik en context

Overdrijven komt vaak voor in retorische of humoristische contexten, maar kan ook gebruikt worden om een punt

De
melding
van
over-
geeft
een
intensivering
aan,
zoals
in
veel
samengestelde
werkwoorden
in
het
Nederlands.
Overdrijven
verwijst
naar
de
handeling
zelf;
het
bijbehorende
zelfstandig
naamwoord
is
de
overdrijving.
Het
tegenovergestelde
is
niet
één
vast
woord,
maar
wordt
meestal
uitgedrukt
als
“niet
overdrijven”
of
“realistisch
beschrijven”.
overdrijven,
zij
overdrijven.
Verleden
tijd:
overdreef;
voltooide
tijd:
overdreven.
Participle:
overdrijvend.
Voorbeelden:
“Hij
overdrijft
vaak
de
moeilijkheid
van
de
taak.”
“Het
verhaal
is
overdreven.”
“Ze
liet
de
kosten
iets
overdreven
lijken.”
kracht
bij
te
zetten
in
alledaagse
gesprekken.
In
journalistiek
of
reclame
kan
overdrijving
als
stijlmiddel
voorkomen;
in
dergelijke
gevallen
is
het
vaak
duidelijk
uit
de
context
of
wordt
het
aangevoeld
als
retorische
overdrijving.
Het
is
meestal
verstandig
onderscheid
te
maken
tussen
speelse
hyperbool
en
misleidende
overdrijving.