Home

Neuroactiviteit

Neuroactiviteit verwijst naar de activiteit van neuronen en netwerken in het zenuwstelsel, uitgedrukt in elektrische signalen en chemische transmissie. Op macroniveau omvat het zowel spontane achtergrondactiviteit als taakgerelateerde activiteit die optreedt tijdens perceptie, beweging en cognitie.

De meting gebeurt met verschillende technieken: elektro-encefalografie (EEG) en magneto-encefalografie (MEG) registreren elektrische en magnetische velden;

Op netwerk-niveau vertoont neuroactiviteit een combinatie van spontane activiteit in rusttoestand die samenwerkt met stimulus- of

Systeemvariatie en toestand beïnvloeden neuroactiviteit sterk: waakzaamheid, slaap of stress, leerprocessen, en farmacologische middelen kunnen signalen

Toepassingen omvatten klinische diagnostiek, neuromodulatie, en het ontwikkelen van hersen-computerinterfaces die zijn gebaseerd op signalen van

functionele
MRI
meet
hersenactiviteit
via
BOLD-signal;
positron
emission
tomography
(PET)
laat
stofwisselings-
of
receptoractiviteit
zien.
In
invasieve
setting
zijn
micro-
of
macroelectrode-opnames
mogelijk.
Op
neuronaal
niveau
wordt
neuroactiviteit
vaak
uitgewerkt
als
actiepotentialen
en
lokale
veldpotentialen.
taakgerelateerde
verschuivingen.
Grote
netwerken
zoals
de
default
mode,
salience
en
fronto-parietale
controle-netwerken
worden
genoemd.
De
informatieverwerking
verloopt
door
patronen
van
aangescherpte
en
afgenomen
activiteit
en
synchronisatie
tussen
regio's.
versterken
of
onderdrukken.
Enerzijds
laat
het
de
plasticiteit
en
het
leren
zien;
anderzijds
kan
afwijkende
neuroactiviteit
geassocieerd
zijn
met
aandoeningen
zoals
epilepsie,
schizofrenie,
autisme
en
neurodegeneratieve
ziekten.
neuroactiviteit.