Labelafdrukken

Labelafdrukken verwijst naar het produceren van labels die gebruikt worden voor identificatie, traceerbaarheid en logistieke processen. Labels vinden toepassing in magazijnen, transport, productie, retail en gezondheidszorg. Een label kan naast tekst en afbeeldingen ook codes bevatten zoals barcodes, QR-codes of Data Matrix-codes. Het afdrukken gebeurt meestal op labels met een bepaalde adhesive, zodat ze op verschillende ondergronden blijven plakken.

Er bestaan verschillende typen labelprinters. Desktop-labelprinters zijn compact en bedoeld voor kleinere volumes, terwijl industriële printers hogere verwerkingscapaciteit en betrouwbaarheid bieden voor langdurig gebruik. Printers werken vaak met twee hoofdtechnologieën: thermische overdracht (thermal transfer) en directe thermische afdruk (direct thermal). Bij thermische overdracht wordt een lint gebruikt om op het label te printen, waardoor duurzame labels ontstaan. Directe thermische afdruk vereist thermisch gevoelig labelmateriaal en levert minder duurzame afdrukken op.

Technische specificaties en indelingen variëren per toepassing. Typische printresoluties liggen tussen 203 en 300 dpi, met snelheden die geschikt zijn voor de gevraagde volumes. Labelstructuren omvatten standaardformaten en maatwerk; veelgebruikte codes zijn Code 128 (GS1-128, voor logistieke identificatie), QR-codes en Data Matrix. Labels worden vaak gegenereerd vanuit ERP- of WMS-systemen en kunnen bestaan uit data uit bestanden zoals CSV/XML of via labelontwerpsoftware en API-koppelingen.

Materialen en duurzaamheid spelen een rol bij adhesie en omgeving. Labelmaterialen omvatten papier, polypropyleen en PET, met verschillende lijmsoorten geschikt voor binnen- en buitengebruik, koel- en warme omgevingen, of vochtige ruimtes. Het naleven van normen en standaarden (bijv. GS1-identificatiesystemen) is vaak vereist, zeker voor verpakkings- en verzendlabels.