Home

Laatst

Laatst is een Nederlands bijwoord met meerdere verwante betekenissen. De meest gangbare is “recent” of “kort geleden”: het duidt op een gebeurtenis in de nabije voorgaande tijd. In zinnen als ik heb hem laatst gezien of ik ben laatst naar Parijs geweest geeft laatst aan dat de gebeurtenis pas recent heeft plaatsgevonden, meestal in spreektaal. Het woord kan ook in informeler taalgebruik betekenen “de meest recente” in contrast met eerder genoemde momenten of gebeurtenissen.

Een tweede gebruik van laatst heeft betrekking op volgorde binnen een reeks, vaak uitgedrukt met de constructie

Relaties en nuances: laatst verschilt van de adjectivische vorm laatste, die “de laatste” betekent en als bijwoordelijk

Etymologie en geschiedenis: laatst is afgeleid van laat (‘late’) en een -st-suffix, en komt voor in oudere

als
laatst.
Zo
zegt
men
bijvoorbeeld
Zij
kwamen
als
laatst
binnen
om
aan
te
geven
dat
zij
als
laatste
arriveren.
In
deze
context
voelt
laatst
als
een
bijwoord
dat
de
positie
in
de
rij
of
volgorde
markeert.
In
formeel
schrijven
wordt
vaker
recentelijk
of
kort
geleden
gebruikt,
of
men
verwijst
naar
het
laatstgenoemde
om
expliciet
naar
het
laatste
genoemde
item
te
verwijzen.
gebruik
in
sommige
gevallen
verwant
is
aan
de
aanduiding
van
volgorde.
In
de
praktijk
vallen
veel
spreektaaluitingen
met
laatst
onder
informeel
register;
voor
neutraal
of
formeel
taalgebruik
zijn
termen
als
recentelijk,
kort
geleden
of
het
laatstgenoemde
doorgaans
passender.
Nederlandse
teksten.
Het
woord
is
verwant
aan
vergelijkbare
Germanische
woorden
zoals
het
Duitse
zuletzt
of
letzt,
en
ontwikkelde
zich
in
het
Nederlands
als
een
adverbiale
vorm
om
recency
en
positie
aan
te
geven.