Instrumentatiesymbolen

Instrumentatiesymbolen zijn gestandaardiseerde grafische tekens die in proces- en instrumentatieschema's (P&ID) worden gebruikt om meet-, regel- en controleapparatuur in een industrieel systeem weer te geven. Ze bieden een eenduidige taal voor ontwerpers, installateurs en operators en ondersteunen communicatie, ontwerp, installatie en onderhoud gedurende de levenscyclus van een installatie.

De symbolen bestrijken categorieën zoals meetinstrumenten (druk-, temperatuur- en stromingssensoren; niveausensoren en manometers), transmitters en controllers (transmitters die een variabele omzetten naar een standaard signaal; regelcontrollers en kleppen), en eindregelkleppen en actuators (regelkleppen, pompen en aandrijvingen). Daarnaast zijn indicatoren zoals displays en meters vaak afzonderlijk weergegeven. In P&ID's worden instrumenten vaak gekoppeld aan proceslijnen en signaallijnen en vergezeld van een identificatiecode (tag) zoals PT-01 of FC-02.

Standards: instrumentatiesymbolen zijn gebaseerd op internationale normen zoals ISA S5.1 Instrumentation Symbols and Identification en ISO 10628/ISO 14617. Regionale normen en bedrijfsbibliotheken kunnen afwijken en worden vaak geïntegreerd in CAD-/P&ID-software.

Gebruik en interpretatie: de gestandaardiseerde vorm en tagging maken het mogelijk om direct af te leiden welke variabele gemeten wordt, wat het signaaltype is en hoe het apparaat aan het proces is gekoppeld. Symbolen evolueren mee met technologische ontwikkelingen zoals slimme transmitters en digitale communicatie, maar de basisprincipes blijven behouden.