HTLV1geassocieerde
HTLV-1-geassocieerde aandoeningen verwijzen naar een groep ziekten die in verband staan met infectie met het humane T-lymfotroop virus 1 (HTLV-1). Het virus infecteert voornamelijk T-cellen en blijft levenslang aanwezig. De meeste geïnfecteerden zijn asymptomatisch; een klein deel ontwikkelt ernstige aandoeningen zoals HAM/TSP (HTLV-1-geassocieerde myelopathie/tropische spastische paraparesis) en ATLL (adult T-cell leukemia/lymphoma). Daarnaast kunnen HTLV-1-geassocieerde uveïtis en andere ontstekingsverschijnselen voorkomen.
Epidemiologie en transmissie: HTLV-1 komt voor in endemische regio’s zoals Sub-Sahara Afrika, het Caribisch gebied, delen
Pathogenese: Het virus integreert in het DNA van T-cellen, wat leidt tot langdurige infectie en klonale proliferatie
Aandoeningen: ATLL is een maligniteit van T-cellen met lymfadenopathie, hepatosplenomegalie en huidlaesies; hypercalcemie komt vaak voor.
Diagnostiek: serologie op HTLV-1-antilichamen wordt eerst uitgevoerd; bevestiging gebeurt met Western blot of line immunoassay. Bij
Behandeling: er bestaat geen genezing. ATLL wordt vaak behandeld met combinatie-chemotherapie en antivirale therapie (AZT met
Preventie: veilige bloedproducten en voorlichting; bij HTLV-1-positieve moeders wordt borstvoeding vaak vermeden om verticale overdracht te
Zie ook: HTLV-1, HAM/TSP, ATLL, HTLV-1-geassocieerde uveïtis.