Home

Gewrichtshoeken

Gewrichtshoeken zijn de hoeken die ontstaan tussen twee botsegmenten die door een gewricht met elkaar verbonden zijn. Deze hoeken geven aan hoe ver twee botdelen relatief ten opzichte van elkaar kunnen bewegen in een gegeven houding, meestal uitgedrukt in graden ten opzichte van een anatomische neutrale positie.

De hoek wordt doorgaans gemeten met goniometrie, een methode die de hoek tussen twee lijnen of botsegmenten

Geometrisch en functioneel zijn gewrichtshoeken cruciaal bij de evaluatie van functioneren, revalidatie en ergonomie. Ze worden

Voorbeelden van normale bewegingsbereiken (gemiddeld; individuen variëren): schouderflexie 0-180°, schouderabductie 0-180°; elleboogflexie 0-150°; knieflexie 0-135°; heupflexie

Een gewrichtshoek verwijst naar de hoek tussen twee botsegmenten in een gewricht, gemeten ten opzichte van

vastlegt.
In
klinische
settings
maakt
men
onderscheid
tussen
actieve
ROM
(bewegingsbereik
door
de
patiënt)
en
passieve
ROM
(bewegingsbereik
door
een
therapeut).
Moderne
meetmethoden
omvatten
digitale
goniometers,
inclinometrie
en
3D-bewegingsanalyse.
gebruikt
bij
de
diagnose
en
behandeling
in
orthopedie,
fysiotherapie
en
sportwetenschap,
en
spelen
ook
een
rol
bij
het
ontwerp
van
prothesen,
exoskeletten
en
robotica.
0-120°;
enkel
dorsiflexie
0-20°,
plantarflexie
0-50°.
Extensie
is
vaak
0°
of
slechts
enkele
graden
negatief
afhankelijk
van
het
gewricht.
Beperkingen
in
een
hoek
kunnen
wijzen
op
pijn,
zwelling
of
contracturen.
een
referentiepositie.
In
onderzoek
en
kliniek
wordt
ook
het
bewegingsbereik
(range
of
motion,
ROM)
genoemd,
dat
individuen
kan
variëren
met
leeftijd,
gezondheid
en
aandoeningen.