Home

Faseverdeling

Faseverdeling is de verdeling van een stof tussen twee niet-mengbare of slechts beperkt mengbare fasen bij chemisch evenwicht. In praktijk gaat het meestal om een waterige (aqueuze) fase en een organische fase, maar ook vaste en vloeibare fasen kunnen betrokken zijn. De mate van verdeling wordt doorgaans uitgedrukt met de partitiecoëfficiënt P, die de verhouding aangeeft van de concentratie van de stof in de organische fase ten opzichte van de waterfase bij evenwicht. Voor zuurre en basische stoffen kan P afhankelijk zijn van de pH.

Toepassingen: Een belangrijke toepassing is vloeistof-vloeistofextractie (VVE), waarin stoffen worden overgebracht tussen fasen om scheiding of

Factoren: De belangrijkste factoren zijn pH en de ionisatie van de stof, temperatuur, het zoutgehalte (salting-out),

Meting en theoretisch kader: De verdelingscoëfficiënt D (of P) wordt vaak experimenteel bepaald, bijvoorbeeld door partijen

Zie ook: partitiecoëfficiënt, vloeistof-vloeistofextractie, milieukunde, farmacokinetiek.

concentratie
te
bereiken.
Het
proces
speelt
een
cruciale
rol
in
analytische
chemie,
zuivering
en
milieukunde.
In
de
milieukunde
wordt
faseverdeling
gebruikt
om
te
voorspellen
in
welke
fase
verontreinigende
stoffen
zich
zullen
bevinden
tussen
water,
sediment
en
lucht.
In
farmacologie
en
toxicologie
bepaalt
faseverdeling
mede
hoe
een
stof
zich
verdeelt
tussen
biologische
vloeistoffen
en
weefsels.
complexvorming
met
liganden
en
de
aard
van
de
twee
fasen.
Veranderingen
in
deze
factoren
kunnen
de
verdelingscoëfficiënt
sterk
beïnvloeden.
Een
groter
interfaciaal
oppervlak
en
voldoende
menging
versnellen
de
bereiking
van
evenwicht.
te
mengen
en
na
evenwicht
te
meten.
Voor
ioniseerbare
stoffen
varieert
D
met
pH.
Thermodynamische
modellen
en
kenmerken
van
de
fasen
kunnen
helpen
bij
voorspellingen,
maar
vereisen
karakterisering
van
de
systemen.