CD4helpercellen

CD4+-T-helpercellen, vaak CD4+-cellen genoemd, vormen een belangrijke subset van T-lymfocyten die de adaptieve immuunrespons coördineren. Ze dragen de CD4-receptor en rijpen in de thymus tot naive CD4+-cellen. Na activatie door antigenen gepresenteerd op MHC klasse II-moleculen door antigen-presenterende cellen (APC’s) en voldoende co-stimulatie, kunnen CD4+-cellen differentiëren in verschillende effector- en geheugenpopulaties.

De belangrijkste CD4+-subtypen zijn Th1, Th2, Th17, T-folliculaire helpercellen (Tfh) en regulatorische T-cellen (Treg). Elk subtype produceert specifieke cytokinen en stuurt andere delen van het immuunsysteem aan: Th1 bevordert celgemedieerde immuniteit enmacrofagenactivatie; Th2 ondersteunt B-celrespons en humorale afweer; Th17 speelt een rol in ontstekingsreacties; Tfh helpt B-cellen in lymfoïde folikels bij antibody productie en affiniteitsmaling; Treg reguleert de immuunrespons om autoimmuniteit te voorkomen.

CD4+-cellen zijn essentieel voor het opzetten en onderhouden van immunologisch geheugen en voor effectieve vaccinrespons, doordat ze B-cellen en CD8+-cellen ondersteunen. Klinisch worden CD4+-celtellingen gebruikt om de status van de immuniteit te beoordelen, bijvoorbeeld bij HIV-infectie, waarbij aantallen af kunnen nemen en immunodeficiëntie kan ontstaan. Een gebalanceerde werking tussen de CD4+-subtypen is belangrijk voor een evenwichtige immuunrespons en het voorkomen van overmatige ontsteking.