Bekkenruimte

Bekkenruimte, ook wel bekkenholte genoemd, is een anatomische ruimte binnen het bekken. Ze is gevormd door de bekkenkassen en de bekkenbodem en maakt deel uit van de abdomino-pelvis. In deze ruimte bevinden zich belangrijke organen en structuren die betrokken zijn bij urineren, voortplanting en stoelgang, evenals zenuwen en bloedvaten die het gebied van bloedtoevoer en innervatie verzorgen.

De grenzen van de bekkenruimte worden bepaald door de bekkeninlaat aan de bovenkant, de bekkenbodem aan de onderkant en het bekkenkanaal aan de zijkanten. De posterioren grens wordt gevormd door het sacrum en coccyx. De ruimte kan worden onderverdeeld in de niet-pelvis (false pelvis) boven de bekkenkam en de bekkenruimte zelf (true pelvis of pelvis minor) die zich onder die lijn bevindt en waar de belangrijkste bekkenorganen liggen.

In de bekkenruimte liggen bij de vrouw onder meer de uterus, de eierstokken en de eileiders, plus het bovenste deel van de vagina. Bij de man bevinden zich de prostaat en zaadblaasjes. Bij beide geslachten bevinden zich de blaas, delen van de endeldarm, en een netwerk van grote bloedvaten (zoals de arteria iliaca interna en zijn takken) en zenuwen die door het bekken lopen. De bekkenvloer, opgebouwd uit spieren zoals de levator ani, ondersteunt de organen en speelt een rol bij urine- en fecale controle.

In obstetrie heeft de bekkenruimte klinische betekenis: de omvang en vorm beïnvloeden de doorgang van de baby tijdens de bevalling en worden beoordeeld met bekkenmetingen en beeldvorming. Variaties en pathologieën kunnen de functie van de ruimte beïnvloeden.