Home

Afmeten

Afmeten is een Nederlands werkwoord dat betekent het bepalen van de grootte, lengte of omvang van iets door meting. Het gaat meestal om afmetingen zoals lengte, breedte, hoogte of diameter, maar kan ook verwijzen naar volume wanneer dat nodig is voor een product, een constructie of een ruimtelijke indeling. In sommige contexten kan afmeten ook betekenen het inschatten van de pasvorm of ruimte die iets inneemt, bijvoorbeeld bij het plannen van een ruimte of het inrichten van een doos.

Het werkwoord afmeten is scheidbaar: in tegenwoordige tijd zegt men bijvoorbeeld wij meten de lengte af. De

Gebruik en nuance: afmeten wordt vaak toegepast bij meetwerk voor objecten of ruimten, bijvoorbeeld bij bouw,

Zie ook: meten, opmeten, afmetingen, afmeting, meting. Voorbeelden: “De timmerman moet de lengte van de balken

voltooide
tijd
vormt
men
met
hebben
en
het
participium
afgemeten:
wij
hebben
de
afmetingen
afgemeten.
In
de
passieve
bouwt
men
vaak
met
worden:
de
lengte
wordt
afgemeten.
Het
bijbehorende
zelfstandig
naamwoord
is
afmeting
(en
het
meervoud
afmetingen).
transport
of
productie
om
te
zorgen
dat
onderdelen
passen
of
voldoen
aan
specificaties.
In
de
context
van
menselijk
meten
(zoals
kledingmaat
of
lichaamsomvang)
wordt
vaker
gesproken
van
opmeten
of
medir;
afmeten
is
dan
minder
gebruikelijk
maar
kan
wel
voorkomen
bij
het
bepalen
van
dimensionale
grenzen
of
toleranties.
afmeten
voordat
hij
zaagt.”
“De
doos
voldoet
niet
aan
de
opgegeven
afmetingen.”