zweefvlucht
Zweefvlucht is het vliegen met een zweefvliegtuig zonder eigen motor. Een zweefvliegtuig heeft een lange vleugel en een lichtgewicht constructie en kan alleen hoogte winnen door het benutten van atmosferische lift, zoals thermiek, ridgelift of golflift. Doel van zweefvlucht is zo efficiënt mogelijk blijven zweven en uiteindelijk weer landen op een geschikte landingsplaats.
Zweefvliegtuigen worden meestal omhooggebracht door een sleepvliegtuig (aerotow) of vanaf de grond met een winch-launch. Bij
Tijdens zweefvlucht maakt de piloot gebruik van natuurlijke liftbronnen: thermiek (opwaartse lucht in verwarmde gebieden), ridgelift
Training en regelgeving variëren per land, maar zweefvlucht vereist meestal specifieke instructie, een sport-/privé-pilotenlicentie en verlaten
Historisch gezien begonnen de vroegste experiments met zweefvliegen eind 19e en begin 20e eeuw; pioniers zoals