Home

vlucht

Vlucht is een Nederlands zelfstandig naamwoord met meerdere verwante betekenissen. De belangrijkste zijn: de beweging door de lucht van een voertuig of dier (een vlucht van een vliegtuig of een vogel) en het verlaten of ontvluchten van een gebied of bedreiging (vluchten voor oorlog of onrust). In bredere zin kan vlucht ook verwijzen naar een korte of langere reis door de lucht, en daarmee naar het idee van reizen of ontsnappen tegelijk.

Etymologisch komt vlucht uit het Middelnederlandse vlucht, verwant aan Oudnederlands flucht en aan Proto-Germaanse wortels zoals

In de context van reizen en luchtvaart verwijst vlucht naar een specifieke dienstreis van een vliegtuig. Gebruiksaanduidingen

In migratie- en veiligheidscontext is vlucht ook een proces: iemand kan vluchten voor oorlog, vervolging of

Zie ook: luchtvaart, vluchten (pluralis), vluchtnummer, vluchtelingen, vluchtroute. Vlucht is dus een veelzijdig begrip in het

*flugtiz;
het
is
etymologisch
verwant
aan
het
Engelse
flight.
zijn
onder
meer:
een
vlucht
boeken,
een
vlucht
nemen,
vluchtduur,
vluchtnummer.
Samenstellingen
zoals
vluchtroute
en
vluchtplan
worden
vaak
gebruikt,
hoewel
men
voor
een
luchthaven
doorgaans
liever
het
woord
luchthaven
gebruikt.
natuurrampen.
Een
persoon
die
vlucht
is,
wordt
vluchteling
genoemd.
Het
werkwoord
vormen
komt
voor
in
zinnen
zoals
“zij
vluchten
naar
een
veiligere
plek”
of
“de
vlucht
uit
het
gebied
duurde
meerdere
dagen.”
Nederlands,
met
toepassingen
in
transport,
reizen
en
sociale-
en
politieke
contexten.