Home

wortelvorm

Wortelvorm is in de linguïstiek de canonieke, basale vorm van een woord die als referentie dient bij afleiding en vervoeging. In het Nederlands sluit de wortelvorm vaak aan bij het lemma of de dictionary form die in woordenboeken wordt vermeld. De wortelvorm is daarmee de vorm waaraan alle inflecties en afleidingen worden teruggebracht.

Let op het verschil met stam en wortel in bredere zin. De wortelvorm is de referentievorm voor

Voorbeelden:

- Werkwoord: lopen heeft wortelvorm/lemma 'lopen' (infinitief); vervoegingen zoals 'ik loop', 'loopt', 'gelopen' verwijzen terug naar die

- Zelfstandig naamwoord: 'boeken' heeft wortelvorm 'boek'; afgeleide vormen zoals meervoud verwijzen naar die basis.

- Bijvoeglijk naamwoord: 'groot' heeft wortelvorm 'groot'; comparatief en superlatief ('groter', 'grootst') zijn afleidingen vanuit die wortelvorm.

In computationele taalkunde en lexicografie wordt de wortelvorm vaak gebruikt bij lemmatization en stemming, zodat verschillende

lexica
en
linguïstische
analyses,
terwijl
de
stam
de
vorm
is
die
overblijft
nadat
affixen
zijn
verwijderd;
klankveranderingen
kunnen
de
relatie
tussen
wortelvorm
en
vervoegde
vormen
complex
maken.
In
sommige
talen
komt
de
wortelvorm
overeen
met
de
infinitief
bij
werkwoorden,
in
andere
talen
met
de
enkelvoudsvorm
van
zelfstandige
naamwoorden
of
met
een
andere
basis.
wortelvorm.
inflected
forms
als
één
lexeme
kunnen
worden
verwerkt.
Het
concept
is
wijdvuldig
toegepast
in
Nederlandse
taalkunde
en
NLP;
de
exacte
interpretatie
kan
per
studie
variëren.