Home

wolkenhoogte

Wolkenhoogte verwijst in meteorologie naar de hoogte van de wolkenbasis—the laagste wolkenlaag die zich voordoet boven het aardoppervlak. Deze hoogte kan worden uitgedrukt in meters boven zeeniveau (AMSL) of in meters boven het oppervlak (AGL). De wolkenhoogte geeft een indicatie van de verdeling van het weer en van de potentiële hoeveelheden neerslag en mist. Daarbij kan de term verwarring opleveren omdat ook de hoogte van de wolktop wel eens als wolkenhoogte wordt genoemd.

Meetmethoden voor wolkenhoogte zijn onder meer: ceilometers die de wolkenbasis bepalen met lasersignalen, radiozondes (ballonopvolging) die

De wolkenhoogte wordt vaak ingedeeld naar basishoogte: lage wolken met basis onder 2.000 meter, middelhoge wolken

Toepassingen en belang: wolkenhoogte is cruciaal voor luchtvaart, weersverwachting en klimaatanalyses. Het beïnvloedt vliegoperaties, zichtomstandigheden, neerslagkansen

een
hoogteprofiel
van
temperatuur
en
vocht
leveren
en
hiermee
de
wolkenlagen
afleiden,
en
radar-
of
lidar-observaties
die
cloudlagen
en
tophoogten
in
kaart
brengen.
Satellieten
schatten
vaak
wolkenbasis
en
wolktophoogten
op
grotere
schaal
via
infrarood-
en
zichtbaar-beeldvorming.
Observaties
worden
aangevuld
met
numerieke
weersmodellen
die
Cloud-velden
en
topologie
berekenen.
met
basis
tussen
2.000
en
6.000
meter,
en
hoge
wolken
met
basis
boven
6.000
meter.
Voorbeelden:
lage
wolken
zoals
stratus
en
stratocumulus,
middelhoge
zoals
altocumulus
en
altostratus,
hoge
zoals
cirrus
en
cirrostratus.
De
hoogte
varieert
met
temperatuur,
vochtigheid
en
luchtdrukverdelingen
in
de
atmosfeer
en
heeft
invloed
op
zicht,
vliegveiligheid
en
neerslagpatronen.
en
de
vorming
van
mist
en
buien.
Internationale
waarningsnetwerken
registreren
en
publiceren
regelmatig
wolkenhoogtegegevens
voor
weerberichtgeving
en
klimaatonderzoek.