voorspeld

Voorspeld is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord voorspellen, dat betekent: iets voorzien of aankondigen op basis van informatie of vermoedens. Het kan fungeren als deel van een samengestelde tijd (voltooide tijden) en ook als bijvoeglijk naamwoord.

Etymologie en betekenis. Het werkwoord voorspellen komt van voor- en een wortel die uit vroegere betekenissen van vertellen of aangeven voortkomt. De kernbetekenis is het aanduiden van een uitkomst of gebeurtenis voordat deze zich voordoet, op basis van analyse, gegevens of intuïtie.

Vormen en gebruik. Het voltooid deelwoord is voorspeld. In zinnen wordt het gebruikte in de voltooide tijd: “Ik heb het voorspeld.” Het passief of met een hulpwerkwoord: “De uitkomst is voorspeld.” Als bijvoeglijk naamwoord kan het ook als “de voorspelde uitkomst” verschijnen, waarin de -de vorm vaak bijvoeglijk wordt toegepast. De eenvoudige verleden tijd is: “Ik voorspelde de uitkomst.”

Voorbeelden. Voorbeeld 1: “De weervoorspelling heeft het slecht weer voorspeld.” Voorbeeld 2: “De voorspelde duur van de reis is 5 uur.” Voorbeeld 3: “Het bedrijf heeft de vraag naar het nieuwe product voorspeld.” Deze vormen illustreren hoe voorspeld en zijn voltooide deelwoord voorspeld in verschillende grammaticale contexten verschijnen.

Zie ook. voorspellen, voorspelling, voorspellend.

---