verkeersdoorstroming
Verkeersdoorstroming verwijst naar de mate waarin verkeer op een weg of in een netwerkt vlot kan doorrijden zonder onnodige stops en vertragingen. In de verkeerskunde worden vaak drie onderling samenhangende grootheden gebruikt: de verkeersstroom F (aantal voertuigen per uur), de verkeersdichtheid k (voertuigen per kilometer) en de gemiddelde snelheid v (kilometer per uur). In het fundamentele diagram F = k · v beschrijven deze variabelen samen hoe de capaciteit en prestaties van een weg afhankelijk zijn van de verkeersdichtheid. Bij lage dichtheden groeit de stroomsnelheid en neemt de doorstroming toe; bij toenemende dichtheid verschuift men naar een regime waarin snelheid afneemt en bij een kritische dichtheid kan de doorstroming maximaal zijn. Bij hogere dichtheden treedt congestie op, waardoor de doorstroming afneemt en wachttijden toenemen.
Factoren die de doorstroming beïnvloeden zijn onder meer de capaciteit en het ontwerp van de weg (aantal
Beheer en technologische oplossingen bevorderen doorstroming: adaptieve verkeerslichten, snelheidsbeperking en variabele snelheidslimieten, dynamische rijstrookindeling, ramp-metering, incidentmanagement,
Daarnaast is verbetering van de doorstroming vaak afhankelijk van reizigersgedrag en alternatief vervoer, zoals openbaar vervoer