tweewekelijks

Tweewekelijks is een Nederlandse term die een frequentie aanduidt waarbij iets elke twee weken gebeurt. Het betekent dus een terugkerende cyclus van veertien dagen, waarbij de gebeurtenis afwisselend in de ene en in de andere week plaatsvindt. In veel gevallen kan tweewekelijks hiermee worden uitgedrukt als “om de week,” wat vooral in spreektaal gebruikelijk is; in formele of geschreven contexten komt tweewekelijks vaker voor.

Etymologie en samenstelling: het woord is een samenstelling van twee (2) en wekelijks (acties of gebeurtenissen die wekelijks plaatsvinden). Door de combinatie geeft het aan dat de frequentie twee weken beslaat per terugkeer.

Gebruik en toepassingsgebieden: tweewekelijks wordt gebruikt bij roosters, publicaties, abonnementen en planning. Voorbeelden: een tweewekelijks tijdschrift, een tweewekelijks terugkerende vergadering of een nieuwsbrief die tweewekelijks verschijnt. Het kan ook verwijzen naar een cyclus die op een specifieke startdatum begint en vervolgens elke twee weken herhaalt.

Relaties en verwante termen: verbanden met andere frequentiebegrippen zijn wijselijk duidelijk. Wekelijks betekent elke week; tweemaal per week of twee keer per week duidt op twee gebeurtenissen in één week. Om de week is een gangbaar synoniem voor elke twee weken, maar kan in sommige contexten net iets anders aangevoeld worden afhankelijk van de startdatum of planning. Tweemaandelijks betekent doorgaans elke twee maanden en is dus een andere intervalgrootte.

Regionale en stilistische notes: in Nederland en België wordt tweewekelijks zowel in formele als in informele taalgebruik aangetroffen, maar sommige sprekers geven de voorkeur aan “om de week” in alledaagse spraak.