afwisselend

Afwisselend is een Nederlands woord dat zowel als bijvoeglijk naamwoord als bijwoord wordt gebruikt. Als bijvoeglijk naamwoord beschrijft het een toestand of karakter van iets dat bestaat uit of wordt gekenmerkt door afwisseling tussen twee of meer elementen (bijvoorbeeld een afwisselend programma of een afwisselend werkrooster). Als bijwoord duidt het aan dat handelingen of gebeurtenissen in afwisseling plaatsvinden, bijvoorbeeld door om de beurt of afwisselend met elkaar gebeuren.

Etymologie: Het woord komt van wisselen, met het voorvoegsel af-, waarmee afwisselen het werkwoord vormt waaruit afwisselend is afgeleid.

Gebruik en nuances: Afwisselende patronen komen voor in programma’s, schema’s en natuurverschijnselen zoals weer of licht/donker. Het benadrukt de afwisseling zelf en de opeenvolging van verschillende onderdelen, meer dan alleen variatie in mate. Voorbeelden: “Een afwisselend programma met optredens uit verschillende genres”; “de deelnemers deden afwisselend de taken”; “de weersverwachting geeft afwisselende periodes van zon en regen.”

Synoniemen en verwante termen: wisselend, variërend; afwisseling (zelfstandig naamwoord); wisselen (werkwoord); afwisselend patroon. Nuancering: afwisselend legt de nadruk op afwisseling en beurteling, terwijl variërend eerder wijst op variatie in mate of soort zonder noodzakelijk wisselen tussen onderdelen.

Zie ook: afwisseling, wisselen. Afwisselend is een gangbaar woord in onderwijs, media, planning en beschrijvingen van processen waar sprake is van rotatie of afwisseling tussen verschillende elementen.