tweesecondenregel

De tweesecondenregel, ook wel de twee-secondenregel genoemd, is een veiligheidsregel in het wegverkeer die een veilige volgafstand aanduidt. Het idee is dat een bestuurder genoeg tijd heeft om te reageren en tot stilstand te komen als de voorligger plots vertraagt, door een afstand te handhaven die overeenkomt met ongeveer twee seconden reismeters. De regel wordt in veel verkeersopleidingen en bij verkeersveiligheidsinstanties gepromoot als eenvoudige maatstaf voor een responsieve en verantwoorde rijstijl.

Toepassing: kies een verkeersmerkingspunt langs de weg, zoals een bord of object aan de horizon, en tel twee seconden nadat de achterkant van de voorligger dit punt passeert. Als je dit punt eerder passeert, houd dan meer afstand. Bij snelheid van bijvoorbeeld 50 km/u geeft twee seconden een langere afstand dan bij 30 km/u; in de praktijk varieert dit van enkele tientallen meters tot ruim honderd meter, afhankelijk van snelheid en rijomstandigheden.

Conditionele aanpassingen: onder nat wegdek, gladheid, wind, slecht zicht of bij het transport van lading en bij grotere voertuigen kan de benodigde afstand worden vergroot naar drie seconden of meer. De regel is een richtlijn en geen exacte waarde; werkelijke remweg en reactietijd kunnen variëren per voertuig en situatie.

Beperkingen en context: de regel biedt geen garantie in plotselinge noodsituaties of extreem druk verkeer. Naast deze vuistregel bestaan er aanvullende normen en adviezen voor specifieke omstandigheden en voertuigtypes. De tweesecondenregel maakt deel uit van bredere rijveiligheidsprincipes en wordt in veel landen, waaronder Nederland, als praktische basis aanbevolen.