temperatuursensoruitgangen

Temperatuursensoruitgangen zijn de signalen die temperatuursensoren leveren om de gemeten temperatuur door te geven aan een verwerker, controller of data-acquisitiesysteem. Ze kunnen analoog of digitaal zijn en worden in verschillende industrieën gebruikt, van laboratoriumapparatuur tot procesautomatisering. Analoge uitgangen leveren een continu signaal dat een temperatuurwaarde weergeeft; veelvoorkomende vormen zijn spanningsuitgangen zoals 0-5 V of 0-10 V en stroomuitgangen zoals 4-20 mA. Digitale uitgangen maken gebruik van interfaces zoals I2C, SPI, Modbus, CAN of andere veldbusprotocollen en kunnen meerdere kanalen of diagnostische informatie leveren.

Belangrijke specificaties zijn onder meer het temperatuurbereik, de nauwkeurigheid en lineariteit, de resolutie van de output en de responstijd. Ook signaalisolatie tussen sensor en systeem is vaak essentieel om meetfouten en aardlussen te voorkomen. Analoge uitgangen vereisen vaak signaalconditionering, zoals linearisatie en versterking, om een bruikbaar en stabiel signaal aan het af te nemen systeem te leveren. 4-20 mA uitgangen zijn populair in industriële omgevingen vanwege hun goede ruisbestendigheid en lange kabellengtes.

Bij de toepassing spelen interface en compatibiliteit een grote rol. De aansluiting moet passen bij bestaande sensornets of PLC's, en het systeem moet de juiste spanning, stroom en communicatieprotocol ondersteunen. Fabrikanten bieden vaak transmitter-functies die hardware voor signaalconditionering en isolatie integreren. Veelvoorkomende normen en protocollen omvatten IEC 60770, HART, Foundation Fieldbus en andere industrielle communicatievarianten.