Home

temperatuurplooiing

Temperatuurplooiing is een verschijnsel waarbij een structuur of materiaal buigt, kromt of vouwt door temperatuurverschillen binnen het object of tussen verschillende delen ervan. Het komt veel voor bij dunne laminaten, plaklagen, halfgeleiders, buisvormige constructies en elektronische behuizingen waar temperatuurgradiënten of non-uniforme verwarming voorkomen. Na afkoeling kan de plooiing deels blijven bestaan als er residuele spanningen achterblijven.

Het fysieke principe achter temperatuurplooiing is de differentiële warmte-uitzetting tussen materialen of delen van een constructie.

Toepassingen en risico’s: temperatuurplooiing kan in sommige gevallen gewenst zijn, bijvoorbeeld in bimetaalachtige stripthermostaten die buigen

Mitigatie en ontwerp: keuze van materialen met vergelijkbare CTE’s, symmetrische opbouw, zorgvuldige thermische en mechanische randvoorwaarden,

Materialen
hebben
een
eigenschap
die
de
coëfficiënt
van
thermische
uitzetting
(CTE)
wordt
genoemd:
verschillende
lagen
of
gebieden
zetten
bij
dezelfde
temperatuursverandering
anders
uit.
Als
twee
lagen
met
verschillende
CTE’s
aan
elkaar
zijn
bevestigd,
ontstaat
er
spanning
en
vaak
kromming.
Ook
niet-uniforme
verwarming
of
koeling,
constraints
door
bevestigingen
of
lijmlagen,
en
veranderingen
in
vochtgehalte
kunnen
plooiing
veroorzaken.
De
mate
van
kromming
hangt
af
van
de
geometry,
de
dikte
van
de
lagen,
de
exacte
CTE-verschillen
en
de
temperatuurdaling
of
-stijging.
bij
temperatuurveranderingen.
In
constructies
en
elektronica
is
plooiing
vaak
ongewenst
omdat
het
spanningen
en
structurele
integriteitsproblemen
kan
veroorzaken.
Het
analyseren
gebeurt
via
mechanische
modellering,
experimenten
met
temperatuurcycli
en
meetmethoden
zoals
optische
profilometrie,
interferometrie
of
digitale
beeldcorrelatie.
en
actieve
temperatuurregeling
verminderen
ongewenste
temperatuurplooiing.
See
also:
Thermische
uitzetting,
thermische
spanning,
warping.