Home

tafelgebruik

Taferelgebruik, oftewel tafel etiquette, beschrijft de gedragingen en regels rondom een maaltijd aan tafel. Het omvat zit- en houdingvoorschriften, het gebruik van servet en bestek, de volgorde van gangen en het gedrag ten opzichte van mede-gasten en de gastheer of gastvrouw. In westerse tradities begint de maaltijd meestal nadat de gastheer of gastvrouw het teken heeft gegeven en iedereen aan tafel zit.

Zitten en beginnen: neem plaats en leg de servet op schoot. Bestek gebruik: begin met het buitenste

Drank en toost: drank wordt meestal aan tafel ingeschonken en men proost nadat iemand een korte wens

Gedrag aan tafel: praat met mate en bij voorkeur met gesloten mond; houd de ellebogen binnen de

Variaties: tafelgebruik varieert sterk per cultuur, religie en setting. Formele gelegenheden kennen strengere regels dan informele

paar
mes
en
vork
en
werk
je
weg
naar
het
centrum
bij
elke
gang;
bij
elke
gang
gebruik
je
het
bijpassende
bestek.
Brood:
brood
wordt
doorgaans
afgebroken
en
in
porties
gegeten;
boter
wordt
op
het
brood
gesmeerd
met
het
mes
en
nooit
rechtstreeks
aan
het
brood
in
het
bord.
of
toespraak
heeft
uitgesproken;
iedereen
drinkt
daarna
door
en
gaat
verder
met
de
maaltijd.
Pas
het
passeren
van
tafelitems
aan
naar
de
gebruikelijke
regels
van
de
setting;
zout
en
peper
worden
meestal
naar
links
doorgestuurd.
rand
van
de
tafel
en
gebruik
een
rustige
stem;
vraag
vriendelijk
om
iets
te
passeren
en
ga
ervan
uit
dat
de
gastheer
of
gastvrouw
het
laatste
woord
heeft
over
tafelregelingen.
diners;
in
Nederland
heerst
doorgaans
een
pragmatische
benadering,
maar
respect
voor
gezelschap
blijft
centraal.