Home

slaapparameters

Slaapparameters zijn meetbare kenmerken van slaap die de hoeveelheid, continuïteit en structuur ervan beschrijven. Ze worden gebruikt in klinische diagnostiek, slaaponderzoek en onderzoeksstudies en kunnen worden afgeleid uit polysomnografie (PSG), draagbare actigraphy en slaapdagboeken. Veelvoorkomende parameters zijn Totale Slaapduur (TSD) of Total Sleep Time (TST), Slaaplatentie (SL) en Slaapefficiëntie (SE). Totale Slaapduur geeft de hoeveelheid tijd aan die iemand daadwerkelijk doorbrengt met slapen; Slaaplatentie is de tijd tussen bedtijd en het moment van inslapen; Slaapefficiëntie is de verhouding van TST tot de totale tijd in bed.

Andere belangrijke parameters zijn Wake After Sleep Onset (WASO), de tijd wakker blijven na inslapen; de Arousale-index

Interpretatie en toepassing: afwijkingen in deze parameters kunnen helpen bij het herkennen van slaapstoornissen zoals insomnia,

(AI)
die
het
aantal
arousals
per
uur
slaap
aangeeft;
en
de
verdeling
van
slaapstadia:
N1,
N2,
N3
(diepe
slaap)
en
REM-slaap;
REM-latentie
(REML)
meet
de
tijd
tot
de
eerste
REM-fase.
Slaapfragmentatie
verwijst
naar
onderbrekingen
in
de
slaap.
obstructieve
slaapapneu,
restless
legs
en
narcolepsie,
en
worden
gebruikt
bij
het
evalueren
van
behandelingen.
De
normen
en
interpretatie
variëren
met
leeftijd,
meetmethode
en
klinische
context
en
worden
vaak
beschreven
in
richtlijnen
zoals
die
van
de
American
Academy
of
Sleep
Medicine
(AASM)
en
ICSD-3.