Home

serumelementen

Serumelementen zijn trace-elementen die in bloedserum voorkomen in lage, maar fysiologisch essentiële concentraties. Ze leveren een noodzakelijke bijdrage aan diverse biologischeprocessen, zoals enzymactiviteit, immuunfunctie en hormoonregulatie. In de klinische praktijk worden serumelementen gemeten om tekorten, toxische blootstelling of onbalans in de voeding en stofwisseling te beoordelen. De interpretatie van serumelementen gebeurt altijd in samenhang met klinische bevindingen en andere laboratoriumwaarden, aangezien factoren als ontsteking, lever- en nierfunctie en eiwitbinding de metingen kunnen beïnvloeden.

Belangrijke serumelementen en hun hoofdrollen zijn onder meer ijzer (Fe), zink (Zn), koper (Cu) en selenium (Se).

Interpretatie van serumelementen hangt af van referentiewaarden, leeftijd, sekse en klinische context. Abnormale waarden kunnen wijzen

IJzer
staat
centraal
in
zuurstoftransport
en
opslag
(transferrine
en
ferritine)
en
is
een
veelgevraagd
klinisch
maatstaf
bij
ijzertekort
of
ijzerstapeling.
Zink
en
koper
dienen
als
cofactors
voor
vele
enzymen
en
spelen
een
rol
in
immuunfunctie
en
stofwisseling;
koper
is
ook
betrokken
bij
ijzermetabolisme
via
ceruloplasmine.
Selenium
maakt
deel
uit
van
selenoproteïnen
zoals
glutathionperoxidase
en
heeft
antioxidatieve
functies.
Mangaan
(Mn)
en
chromium
(Cr)
komen
eveneens
voor
als
cofactors
bij
diverse
enzymen
en
metabole
processen.
Iodine
is
essentieel
voor
schildklierhormoonproductie,
maar
serumjodium
wordt
in
de
praktijk
minder
routinematig
gemeten;
schildklierstatus
wordt
doorgaans
beoordeeld
via
TSH
en
vrije
T4/T3.
op
voedingstekorten,
malabsorptie,
lever-
of
nierziekte
of
toxische
blootstelling.
Laboratoriummetingen
worden
uitgevoerd
met
technieken
zoals
ICP-MS
of
spectrofotometrische
assays
en
vereisen
zorgvuldige
kwaliteitscontrole
en
klinische
correlatie.