Home

roodverschuivingen

Roodverschuivingen zijn verschuivingen van spectrale lijnen naar langere golflengten in het licht van een astro­nomische bron. Ze worden vaak gecodeerd in de dimensie z, waarbij z = (λ_observed − λ_emitted)/λ_emitted. Een hogere waarde van z wijst op een grotere verschuiving en geeft doorgaans een groter afstands- of bewegingscomponent aan.

Er zijn drie hoofdmechanismen die roodverschuivingen veroorzaken. Ten eerste de Doppler-verschuiving, die ontstaat door relatieve beweging

In de praktijk worden roodverschuivingen gemeten via spectroscopie, door verschuivingen van kenmerkende lijnen (zoals Lyman-α, Balmer-reeksen

Roodverschuivingen vormen een fundamentele sleutel tot het bepalen van afstanden en de structuur van het universum.

van
de
bron
ten
opzichte
van
de
waarnemer:
objecten
die
van
ons
weg
bewegen
leveren
een
langere
golflengte
op.
Ten
tweede
de
kosmologische
roodverschuiving,
veroorzaakt
door
de
uitdijing
van
het
heelal;
hoe
verder
een
object
verwijderd
is,
hoe
groter
de
roodverschuiving.
Ten
derde
zwaartekrachtsroodverschuiving,
die
optreedt
wanneer
licht
uit
een
sterk
zwaartekrachtsveld
ontsnapt,
waardoor
de
golflengte
toeneemt.
of
metalische
lijnen)
te
vergelijken
met
laboratoriumgolflengten.
Voor
kleine
z
kan
een
lineaire
benadering
worden
gebruikt
(v
≈
cz),
maar
bij
hogere
roodverschuivingen
vereist
dit
de
relativistische
en
kosmologische
context
uit
de
moderne
relativistische
kosmologie.
Ze
leveren
bewijs
voor
de
expansie
van
het
heelal,
helpen
bij
het
bepalen
van
de
Hubble-constante
en
geven
aanwijzingen
over
de
samenstelling
van
het
universum.
Waarnemingen
omvatten
zowel
nabije
sterrenstelsels
als
verre
quasar’s
en
reiken
tot
z
>
6
in
het
vroege
universum.