rivierverlegging

Rivierverlegging is het verplaatsen of omleiden van de loop van een rivier door middel van kunstmatige kanalen en landschapsaanpassingen. Het doel is doorgaans om waterstromen veiliger te beheren, grondgebied te winnen of bebouwing mogelijk te maken, of om ecologische functies en landschap te verbeteren. Een rivier kan via een nieuw traject worden doorgeleid of via een bypass die het oude traject uitschakelt of afsnijdt.

In de praktijk omvat rivierverlegging meestal het aanleggen van een nieuw kanaal of het omleiden van de stroom via bypasses, gecombineerd met dijken, sluizen en bruggen. Het verleggen vereist uitgebreid geotechnisch onderzoek, water- en sedimentbeheer, en een vergunningen- en milieuprocedure. Het oude traject kan intact blijven voor lagere peilstanden of worden afgesloten.

Voordelen zijn onder meer vermindering van overstromingsrisico’s, uitbreiding van vrij bruikbaar land, verbetering van scheepvaartmogelijkheden en, in sommige gevallen, herstel van natuurlijke of ecologische functies. Nadelen omvatten hoge kosten, lange uitvoeringstijden, en mogelijke negatieve effecten op waterkwaliteit, habitats, cultuurhistorische waarden en sedimenthuishouding. Een rivierverlegging vraagt doorgaans langdurig onderhoud en monitoring.

Besluitvorming vindt plaats tussen waterbeheerders, overheden en belanghebbenden en verloopt via milieurapportages en participatieprocedures. Juridische, financiële en ecologische aspecten worden in kaart gebracht voordat uitvoering begint.

Zie ook: riviermeandering, bypasskanaal, waterbeheer, dijkversterking.