Home

rekenefficiëntie

Rekenefficiëntie is een maat voor de hoeveelheid hulpbronnen die nodig is om een berekening uit te voeren. Meestal gaat het om tijd (CPU-tijd) en geheugen (RAM), maar ook energieverbruik kan worden meegewogen. Rekenefficiëntie wordt vaak gebruikt om verschillende algoritmen of implementaties met elkaar te vergelijken.

Om rekenefficiëntie te kwantificeren wordt vaak gesproken over tijdscomplexiteit en ruimtelijke complexiteit. Tijdscomplexiteit beschrijft hoe de

In de praktijk wordt rekenefficiëntie bepaald door ontwerpkeuzes, datastructuren en hardware. Benchmarking en profilering meten werkelijke

Effectieve maatregelen omvatten het kiezen van betere algoritmen en efficiëntere datastructuren, het verminderen van onnodig werk,

benodigde
tijd
groeit
met
de
grootte
van
de
invoer.
Ruimtelijke
complexiteit
beschrijft
hoeveel
geheugen
wordt
gebruikt.
Zowel
in
worst-case
als
gemiddeldes,
en
soms
als
amortized
analysis.
Analyses
gebeuren
meestal
met
grote
invoer
(asymptotisch),
maar
praktijkmetingen
op
specifieke
systemen
zijn
belangrijk
voor
realistische
inschattingen.
prestaties,
maar
verschillen
per
processor,
geheugenbandbreedte
en
caching.
Daarom
worden
zowel
theoretische
analyses
als
empirische
metingen
gebruikt.
Voorbeelden
zijn
het
verschil
tussen
een
sorteeralgoritme
met
O(n
log
n)
en
een
algoritme
met
O(n^2)
bij
grote
invoer.
en
cachevriendelijke
implementaties.
Andere
technieken
zijn
memoization,
parallellisatie
en
vectorisatie,
evenals
energiezuinige
praktijken
op
embedded
systemen.
Praktisch
gezien
is
rekenefficiëntie
vaak
een
afweging
tussen
snelheid,
geheugen-
en
energieverbruik,
afhankelijk
van
de
context
en
vereisten
van
de
toepassing.