radarneerslag

Radarneerslag verwijst naar de neerslag die wordt waargenomen door weer- en radarinstallaties. Een radar zendt korte elektromagnetische pulsen uit en meet de hoeveelheid licht die terugkaatst van hydrormeteorën in de atmosfeer, zoals regendruppels, korrelsneeuw of hagel. De sterkte van de teruggekaatste werking wordt weergegeven als reflectiviteit, vaak uitgedrukt in Z, en geeft een indruk van de intensiteit van de neerslag.

Bij Doppler-radars kan daarnaast verschillen in de beweging van de neerslag worden gemeten, waardoor de snelheid en richting van stormen in beeld komen. Dual-polarisatie radars leveren extra parameters zoals differential reflectivity (ZDR), correlatiecoëfficiënt ρHV en differentiële fase (KDP), die helpen bij het onderscheiden van rain, sneeuw of hagel en bij het inschatten van de deeltjesgrootte en -vorm.

Radarsystemen opereren op verschillende frequentiebanden, meestal S-band of C-band. S-band heeft minder atmosferische attenuatie en wordt vaak voor langeafstandsmonitoring gebruikt, terwijl C-band fijnere ruimtelijke details kan leveren maar bij zware regen gevoeliger is voor afname van signaal.

Producten en toepassingen omvatten real-time kaarten van reflectiviteit en afgeleide neerslagintensiteit, stormtracking en nucasting, evenals informatie over echohoogten en bewegingen. Radardata worden vaak gecombineerd met neerslagmetingen van regenmeters en meteorologische modellen om nauwkeuriger neerslagverhalen en hydrologische voorspellingen te leveren.

Beperkingen bestaan uit afstandsafhankelijkheid en beamfilling, atmosferische attenuatie bij hevige regen, vervuiling door vogels of insecten, en het feit dat radar slechts indirect de neerslag meet (via reflectiviteit en Z-R-relaties). Desalderwijs blijft radarneerslag een kerninstrument in weersvoorspelling en hydrologie.