pipetten

Pipetten zijn laboratoriuminstrumenten die worden gebruikt om vloeistoffen nauwkeurig te meten en over te brengen. Ze bestaan in verschillende typen, waaronder volumetrische pipetten die een vast volume leveren, micropipetten met verstelbaar volume en serologische of gradu pipetten voor grotere volumes. Moderne pipetten kunnen handmatig of elektronisch zijn en werken met vervangbare tips om contaminatie te voorkomen.

Nauwkeurigheid en precisie hangen af van de techniek en kalibratie. Pipetten worden gekenmerkt door hun volumebereik, nauwkeurigheid en precisie. Internationale normen voor pipetten worden vastgesteld door ISO 8655 en worden gebruikt bij kalibratie en verificatie. Het onderhoud van de juiste werking omvat ook regelmatig controleren en kalibreren om meetfouten te voorkomen.

Basisbediening: bevestig een geschikte tip, stel het gewenste volume in, dompel de tip onder het vloeistofoppervlak, beweeg de zuiger naar de eerste stop om vloeistof op te nemen, pauzeer kort, druk door naar de tweede stop om de volledige inhoud af te geven, wacht kort en verwijder vervolgens de tip. Houd bij handmatige pipetten de asrechtop en beheers het tempo van aspireren en doseren om consistentie te waarborgen.

Kalibratie en onderhoud: pipetten dienen regelmatig te worden gekalibreerd en geverifieerd. Kalibratie kan gravimetrisch of volumeverificatie via testvloeistoffen plaatsvinden, bij voorkeur bij gecontroleerde temperatuur. Reiniging, tipcompatibiliteit, correcte opslag en tijdige service behouden nauwkeurigheid en levensduur.

Toepassingsgebieden: moleculaire biologie, chemie, klinische laboratoria, farmacie en milieuwetenschappen. Pipetten zijn fundamenteel voor het betrouwbaar uitvoeren van dispensaties en analyses.