personennaamwoord

Een persoonsnaamwoord, ook wel persoonlijk voornaamwoord genoemd, is een woord dat naar een persoon of personen verwijst en in een zin de plaats van een zelfstandig naamwoord kan innemen. Het geeft aan wie handelt of wie er over iets gezegd wordt, en het verloopt mee met getal en personen in de zin.

Vormen en functies

Persoonsnaamwoorden variëren naar persoon en getal. De subjectuele (nominale) vormen zijn onder meer: ik (1e persoon enkelvoud), jij/je en u (2e persoon enkelvoud, informeel en formeel), hij/zij/ze (3e persoon enkelvoud), wij/we en jullie (1e en 2e persoon meervoud), zij/ze (3e persoon meervoud). Deze vormen fungeren meestal als onderwerp van de zin. De objectvormen (lijdend voorwerp of na een voorzetsel) zijn bijvoorbeeld: mij/me, jou/je, u, hem, haar, het, ons, jullie, hen/ze. De objectvormen worden gebruikt wanneer het pronomen iemand direct of indirect ondergaat of na een voorzetsel staat, bijvoorbeeld: Ik zie hem. Zij geeft het aan ons.

Bezit en wederkerend gebruik

Naast de subject- en objectvormen bestaan possessief determiners zoals mijn, jouw/je, zijn, haar, ons/onze, jullie en hun. Deze vormen geven bezit aan zonder een zelfstandig naamwoord te herhalen (bijv. dit is mijn boek). Er bestaan ook zelfstandige bezittelijke voornaamwoorden zoals de mijne, de jouwe, de zijne, de hare, de onze, de jullie, de hunne, afhankelijk van de context.

Reflexieve vormen

Reflexieve vormen bestaan onder meer uit zich voor derde personen en mezelf/jezelf/onszelf/julliezelf voor andere personen, bijvoorbeeld Hij wast zich; ik geef mezelf een kans.

Zie ook

Persoonsnaamwoord, persoonlijk voornaamwoord.