Home

pariteitsregel

Pariteitsregel, in het Nederlands vaak gebruikt als selectie- of overgangsregel met betrekking tot pariteit, is een begrip uit de kwantummechanica en spectroscopie. Pariteit is de eigenschap van een toestand onder ruimtelijke inversie (r naar -r). Een toestand kan daardoor twee mogelijke pariteiten hebben: even (gerade) of oneven (ungerade). In systemen met een symmetrisch potentiaal blijft pariteit doorgaans bewaard, wat leidt tot beperking van welke transities onder invloed van een interactie kunnen plaatsvinden.

De kern van de pariteitsregel is dat een overgang tussen twee toestanden alleen is toegestaan als de

In moleculaire systemen, met name diatomische moleculen, komt pariteit vaak voor als gerade (gerade) of ungerade.

Belangrijk is dat pariteit geen conservarsregel is voor zwakke interacties. In zwakke processen kan pariteit worden

pariteit
van
de
begin-
en
eindtoestand
compatibel
is
met
de
pariteit
van
de
overgangsoperator.
Met
andere
woorden,
de
pariteit
van
de
eindtoestand
moet
gelijk
zijn
aan
de
pariteit
van
de
begintoestand
vermenigvuldigd
met
de
pariteit
van
de
operator
die
de
overgangen
induceert.
In
de
veelvoorkomende
elektromagnetische
dipoolovergang
(elektrische
dipool,
E1)
heeft
de
operator
een
oneven
pariteit,
waardoor
toestanden
met
tegenovergestelde
pariteit
aan
elkaar
kunnen
grenzend.
Een
voorbeeld
is
een
s-naar-p
overgang
in
een
atoom:
s-toestand
heeft
even
pariteit
en
p-toestand
heeft
oneven
pariteit,
wat
de
overgang
toestaat.
Overgangen
tussen
toestanden
met
geschikte
pariteitscombinaties
volgen
dan
ook
specifieke
selectie
regels,
die
mede
bepalen
welke
vibraties
of
elektronovergangen
toegestaan
zijn.
gebroken,
zoals
historisch
aangetoond
in
de
Wu-experimenten.
Daarom
geldt
de
pariteitsregel
voornamelijk
voor
elektromagnetische
en
sterke
interacties
en
bij
systemen
waar
pariteit
een
goede
quantumgetal
is.