ovulatiecyclus

De ovulatiecyclus is de reeks van hormonale en fysiologische veranderingen die de rijping van een eicel en de voorbereiding van het baarmoederlijmvlies op een mogelijke zwangerschap regelen. Bij mensen varieert de cyclus meestal tussen 21 en 35 dagen; de lengte verschilt per individu en per maand.

De cyclus begint op de eerste dag van de menstruatie. In de folliculaire fase stimuleren follikelstimulerend hormoon (FSH) en stijgend oestrogeen de rijping van meerdere follikels in de eierstokken, meestal met één dominante follikel als gevolg. Door de toename van oestrogeen groeit het endometrium en bereidt het zich voor op innesteling.

Rond het midden van de cyclus treedt ovulatie op: een LH-piek veroorzaakt de afgifte van de rijpe eicel uit de dominante follikel naar de eileider. De eisprong markeert het meest vruchtbare moment; de vrijgegeven eicel blijft ongeveer 12 tot 24 uur levensvatbaar, terwijl sperma enkele dagen in het vrouwelijke voortplantingskanaal kan overleven.

Tijdens de luteale fase verandert het achterblijvende follikelweefsel in het corpus luteum, dat progesteron en soms oestrogeen blijft produceren. Progesteron zorgt voor verdere verdikking van het endometrium en voorbereiding op implantatie. Als er geen bevruchting plaatsvindt, sterft het corpus luteum af na ongeveer 12 tot 14 dagen en dalen de hormoonspiegels, wat leidt tot afstoting van het endometrium tijdens de menstruatie en het begin van een nieuwe cyclus.

Hoewel veel vrouwen een regelmatige cyclus hebben, kan de duur variëren en beïnvloed worden door factoren zoals stress, gewicht, leeftijd en medicatie. Anovulatoire cycli, hormonale aandoeningen en anticonceptie kunnen de cyclus ook beïnvloeden.